Wie binnenstapt bij Malfini, de textielgigant uit het Tsjechische Ústí nad Labem, voelt dat hier meer aan de hand is dan de b-to-b verkoop van T-shirts, hoodies en poloshirts. Hier ademt alles visie. Toewijding. En een flinke dosis nuchterheid.
We spraken met COO Jan Chovanec en met technisch directeur Michal Seltenreich van het hypermoderne distributiecentrum in Ostrava. Samen schetsen ze het verhaal van een Europese producent die liever in stilte grote dingen doet, dan met veel bombarie kleine stapjes aankondigt. Dit is in onze ogen een partij om in de toekomst rekening mee te houden.
Van product naar merk
Malfini is geen nieuwkomer. Al sinds 2001 timmert het bedrijf aan de weg in de wereld van promotioneel en professioneel textiel. Maar de ambities zijn de afgelopen jaren fors gegroeid. Niet alleen in volume – inmiddels worden miljoenen artikelen per jaar verscheept – maar vooral in positionering.
De meeste mensen kennen ons van de blanco T-shirts en basics,” vertelt Chovanec. “Maar we willen ook als merk herkenbaar zijn. Malfini staat voor kwaliteit, beschikbaarheid én verantwoordelijkheid.”
In dat laatste zit een sleutelwoord verscholen: verantwoordelijkheid. Want hoewel Malfini geen marketingcampagnes voert vol groene blaadjes en hippe slogans, zit duurzaamheid wel degelijk diep in het Tsjechische DNA verankerd.
Niet schreeuwen, maar doen
Duurzaamheid bij Malfini is pragmatisch. “We hebben zonnepanelen op het dak van het warehouse,” vertelt de plantmanager in Ostrava. “Daarmee wekken we ongeveer 30 procent van onze energie op. Dat is een flinke stap, zeker als je bedenkt dat het dakoppervlak ook ruimte moet bieden aan andere installaties en noodvoorzieningen. Op basis van een onderzoek, hebben we ook besloten de zijkant van het warehouse vol te hangen en dat bleek een gouden greep, met name in de winter (omdat ze niet met sneeuw bedekt kunnen worden red). Hiermee komen we op meer dan 100% energieopwekking in relatie tot wat we nodig hebben. Het mooie is dat bedrijven met meerdere vestigingen in Tsjechië onderling mogen leveren. Wat we hier teveel hebben, kunnen we doorleveren aan ons kantoor in Praag of Usti.”
Maar zonnepanelen zijn slechts het begin. In de distributiehal worden orders steeds vaker volledig automatisch gepickt en verzonden. Niet om mensen overbodig te maken, maar om sneller, foutlozer en energiezuiniger te werken. De nieuwste uitbreiding wordt zelfs een ‘no touch zone’: orders verlaten het magazijn zonder dat er nog een hand aan te pas komt.
“Eerst beginnen we met de snelstlopende artikelen,” legt de warehouse manager uit. “Daar zit het meeste volume, dus daar kunnen we ook de meeste efficiëntie behalen. In september starten we met de tests.” Deze test betreft dan vooral het automatisch picken van een order. Inmiddels werkt Malfini al langere tijd met Autostore en sinds kort met ‘HAI Pick’. Op het moment dat alles draait, gaat dit warehouse als voorbeeld dienen voor kleinere hubs, die de komende jaren op meerdere plekken in Europa zullen verrijzen.
Slimme software, snelle service
Het klinkt futuristisch, maar bij Malfini is het vooral logisch. Slimme software stuurt het hele proces aan, van binnenkomende bestelling tot verpakte doos. Labels, routeplanning, zelfs gewicht en afmetingen worden automatisch berekend en gecontroleerd. “In het verleden hadden we een foutmarge van zo’n 2 procent,” zegt Chovanec. “Nu zitten we op 0,2 procent. Dat is niet alleen beter voor de klant, maar ook voor onszelf. Retouren kosten tijd, geld en impact.”
De systemen in Ostrava draaien 24/7. Alles is schaalbaar, zodat pieken in het seizoen – of een plotselinge trendgolf – zonder stress opgevangen kunnen worden. En dat allemaal met zo’n 200 mensen op locatie. “We zijn gegroeid, maar we hebben het overzicht gehouden. Iedereen weet wat hij doet, en waarom.”
Textiel met toekomst
Maar hoe zit het dan met het textiel zelf? Want logistiek is één ding, maar waar en hoe worden die miljoenen shirts en sweaters gemaakt?” ““In Bangladesh,” zegt Chovanec eerlijk. “Maar dan wel onder onze voorwaarden. Onze mensen zijn daar wekelijks aanwezig, we controleren alles zelf. En ook in Azië hebben we gekozen voor partners die willen investeren in kwaliteit én fatsoen. En dan investeren wij mee. Zo hebben we onder meer in Bangladesh twee scholen gefinancierd naast de fabrieken met wie we werken. Zo is het een win-win situatie voor alle partijen.
Toch blijft er ook op dat vlak beweging. Malfini overweegt productie dichter bij huis. Niet omdat ‘Made in Europe’ beter klinkt, maar omdat de wereld verandert. Transport wordt duurder, sneller leveren wordt belangrijker. En wie het hele productieproces in eigen hand heeft, kan ook écht keuzes maken. Over stoffen, over arbeidsomstandigheden, over verbruik.
Geduldige verandering
Het bedrijf is voorzichtig met greenwashing – “We beloven liever niks wat we niet kunnen waarmaken” – maar kijkt wel degelijk vooruit. Nieuwe technologieën worden getest, zoals waterloos verven, digitaal printen en innovatieve snijmethodes. “Zeefdruk is nu nog populair, maar het is een vervuilende techniek. Er gaat zoveel water en chemie in om. We bieden het wel aan, maar doen het niet in eigen huis. Wij geloven er op langere termijn niet meer in. Ik denk dat het binnen vijf jaar grotendeels vervangen zal zijn.” Chovanec is daarin opvallend realistisch. Geen grote woorden over CO2-neutraliteit of circulaire ketens, maar kleine stappen met een duidelijke impact. “Als je bij alles wat je doet kijkt: kan dit schoner, sneller, slimmer – dan verandert er vanzelf iets. Misschien niet morgen. Maar over vijf jaar sta je ergens heel anders.”
Wat Malfini anders maakt
In een markt die vaak draait om prijs en beschikbaarheid, zet Malfini juist in op betrouwbaarheid. “Wij zeggen nee als iets niet kan. En ja als het wel lukt. Simpel.” Het klinkt misschien nuchter – en dat is het ook – maar in een branche waar overpromising de norm is, voelt het verfrissend eerlijk. Daarbij komt dat Malfini z’n voorraad gewoon op orde heeft. “Als je bij ons vandaag bestelt, gaat het meestal morgen de deur uit.” Geen wachttijden, geen backorders, geen vage beloftes.
Ook het eigen merkbeleid is helder. “We hebben een duidelijk portfolio,” legt Chovanec uit. “Van budget tot premium. En we luisteren naar feedback. Als een kleur niet loopt, gaat-ie eruit. Als klanten om langere mouwen vragen, dan kijken we of dat rendabel is. We maken geen mode, maar wel kleding die mensen graag dragen.”
Van Tsjechië naar de wereld
Malfini is sterk in Midden- en Oost-Europa, maar groeit ook in West-Europa. Duitsland is inmiddels een belangrijke afzetmarkt, gevolgd door Frankrijk en Scandinavië. Ook de Benelux staat op de radar, al is de concurrentie daar stevig. Met de aanstelling van Mike Stas voor de Benelux is wel een belangrijke stap gemaakt. Hij krijgt van het bedrijf de tijd en de ruimte om Malfini gewoon stevig in de markt te zetten. Stas: Als mensen ons leren kennen en ervaren wat onze service is, blijven ze vaak hangen. De kwaliteit, de service, en het gemak maken het verschil.”
Wat daarbij helpt, is dat het bedrijf alles zelf in de hand heeft. Productie, distributie, sales – zelfs de IT is in eigen huis ontwikkeld. “We kunnen snel schakelen. En we begrijpen waar onze klanten tegenaan lopen, omdat we zelf in hun schoenen hebben gestaan.”
Geen mooipraterij
Het gesprek met Malfini voelt oprecht. Geen PR-verhaal, geen gladde verkooppraat. Gewoon: dit is wie we zijn, dit is wat we doen – en zo proberen we elke dag een beetje beter te worden.
In een sector die steeds meer vraagt om transparantie, duurzaamheid en snelheid, lijkt dat misschien niet spectaculair. Maar het is juist die kalme consistentie die indruk maakt. Terwijl anderen nog bezig zijn met plannen maken, heeft Malfini z’n zonnepanelen al op het dak, de robots al in het warehouse en het T-shirt al in de doos.
En dat alles – typisch Tsjechisch – zonder daar een groot podium voor te eisen.”
Doos op maat
Een van de bijzondere duurzaamheidsmaatregelen die Malfini genomen heeft, is de installatie van twee verpakkingsmachines, die het doosformaat automatisch aanpassen aan de inhoud. Ofwel, zit een doos maar half vol, dan wordt de doos automatisch gehalveerd. Zo wordt er geen ‘lucht’ getransporteerd.”