8 Zie je een rode, gele of roze overall? Grote kans dat het een Bestex is! slepen. Als de Gay Pride eraan komt, gaan de roze exemplaren als warme broodjes over de toonbank en met carnaval willen mensen alle kleuren van de regenboog.” De verkoop aan feestwinkels en de relatiegeschenkenbranche is een leuke bijkomstigheid van het ‘echte’ werk van Patrick en Jolanda: het produceren en verkopen van duurzame werkkleding voor onder meer de agrarische sector, transport, voedsel(verwerking), verkeersregelaars, RWS, wasserijen, lasserijen en (textiel)drukkerijen. Langs de boeren Het werkkledingavontuur begon zo’n dertig jaar geleden. Patrick was een jaar of 17 toen hij een restpartij overalls overnam en daarmee langs agrariërs in de omgeving ging. “Per dag raakte ik wel honderd overalls kwijt”, vertelt hij. “Al snel kocht ik een bestelbus en trok ik er met mijn ‘winkelwagen’ op uit. Mijn handelswaar breidde zich uit naar andere werkkleding, zoals werkjassen, tuinbroeken en schoenen. Om de zes à acht weken had ik mijn rondje gemaakt en begon ik weer van vooraf aan. Na een paar jaar gooide varkenspest roet in het eten; de boerenbedrijven gingen op slot. Ik besloot een winkelpand in Geffen te huren en ‘P. Bekkers werk- en Bedrijfskleding’ van daaruit voort te zetten. Inmiddels was mijn vrouw in het bedrijf gekomen. Op een gegeven moment hadden we twee grote borduurmachines, zeven sealpersen en twaalf man personeel.” Met zijn onderneming leverde Patrick vooral kleding van het degelijke Nederlandse merk Havep. In de jaren negentig stak de concurrentie van goedkopere merken de kop op. “Die kleding werd gemaakt in lage lonen landen”, vertelt hij. “Uiteindelijk besloten we zelf kleding te gaan produceren. We bezochten drie kledingproducenten in China en met één hadden we direct een klik. Met die partij werken we nog steeds samen. We wilden het ‘groot’ aanpakken en bestelden meteen drieduizend overalls. Onze Chinese partner vond dat echter maar een ordertje van niks, haha. Hij wilde er bijna niet aan beginnen, maar is nu blij dat hij het wel heeft gedaan. In 2007 verkochten we drieduizend overalls, in 2008 tienduizend en in 2009 zaten we al op veertigduizend stuks kleding. Dat ging zo door tot ik in 2013 ziek werd. We besloten onze winkeltak te verkopen en het een tijdje rustig aan te doen. Eind 2014 ging ik weer volledig de buitendienst in en zijn we Bestex verder gaan uitbouwen. In 2015 ben ik België erbij gaan doen en in 2016 Duitsland. Op dit moment hebben we 1100 verkooppunten in drie landen, en daar komen elke week gemiddeld twee nieuwe bij.” Eerlijke prijzen Dat de klanten in zulke grote getalen komen ‘aanwaaien’, verbaast Patrick en Jolanda aan de ene kant nog steeds. Aan de andere kant ook weer niet. “We zijn gewoon een eerlijk bedrijf met eerlijke prijzen. Toen we met Bestex begonnen, heb ik gezegd: we doen het met een blanco etiket. Als je een merk wilt bouwen moet je veel geld stoppen in marketing en reclame. Daar had ik geen zin in. Onze kopers zijn handelaars, ze willen een goede prijs/ kwaliteitverhouding. Bij ons is de marge minimaal 40 procent. Sommigen hanteren zelfs een marge van 100 procent. Prima. We hebben maar één prijslijst, aan kortingen doen we niet. Of het nou om grote of kleine klanten gaat: iedereen betaalt hetzelfde. Dat spreekt mensen aan.” Inmiddels verhandelt Bestex zo’n 35 containers van 40 foot per jaar. Maar hoe kunnen ze de kosten zo laag houden? Patrick: “We hebben weinig overhead- en personeelskosten. Klanten kunnen via een webshop inloggen en de volgende dag hebben ze hun bestelling in huis. We hebben zes medewerkers in het magazijn, ik doe de buitendienst, mijn vrouw de boekhouding en dan hebben we nog wat scholieren die helpen met het lossen van de containers. Dat is het.” “Wat ook in de kosten scheelt, is dat we een overzichtelijk assortiment bieden. Sommige merken verkopen zes ver45 2024 - nummer 8 - promzvak.nl
RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5