9 Stanley/Stella: voortrekker dat je uiteindelijk praat over duurzaamheid en niet louter T-shirts verkoopt. Dat geeft een drive.” Chabert zegt dat zijn bedrijf gebouwd is op vier pijlers: innovatie, excellence, duurzaamheid en mensen. “Elke keer als je iets doet - het maakt niet uit wat - moet je je afvragen of dat iets meer bijbrengt en of dat kwalitatief is. En is er een element van innovatie bij, is het verantwoord, breng je alles samen in een waardeketen, creëer je waarde? Maar het moet altijd duurzaam zijn. We kiezen daarom onze fabrieken. Ze kunnen fantastische zaken leveren, maar als het duurzaam karakter ontbreekt, dan accepteren we dat niet.” Verplichting De medewerkers van Stanley/Stella brengen daarom een week door in Bangladesh waar de producten gemaakt worden. “Iedereen gaat ernaartoe, of ze nu van boekhouding, de planning of de verkoop zijn. Dat is een verplichting. Je moet daar kunnen zien wat we doen om er dan over te kunnen vertellen,” zegt Chabert. Duurzaamheid is niet meer weg te denken uit de promotionele wereld. Wie op beurzen als PSI komt, ziet overal ‘groene’ claims. Is de vraag voor eerlijke - en meestal duurdere - producten groeiend of willen bedrijven liever goedkope producten aankopen? Chabert zegt dat veel mensen het eerste zeggen, maar het tweede doen. Er komt verandering in en hij is blij daar een aanzet voor gegeven te hebben. Maar: “Er is nog enorm veel te doen. De prijzen voor duurzame producten zijn hoger. Als je een toegeving wil doen, dan is het duurder. Het gaat echter vooral om wat erachter zit.” Chabert geeft als voorbeeld het binnenkort te openen warehouse in Duitsland. “Dat is 20.000 vierkante meter en 14 meter hoog met overal robotten. Dat zijn belangrijke investeringen. Ik zei mijn collega daar ‘ik wil het dak wel eens zien’. We gaan naar het dak en ik zeg maar waar zijn jullie zonnepanelen? Hoezo panelen…. ? Ik zeg, ja je moet zonnepanelen hebben, dat is toch normaal. We gaan niet samenwerken als er geen panelen zijn… Dat kost wel geld maar met de energieprijzen van nu kan ik je verzekeren dat er veel zijn die tevreden zijn die investering te hebben gedaan.” Partners Zoals gezegd werkt Stanley/Stella niet met eender wie. “Om u een orde van grootte te geven: op de 100 aanvragen om bij ons een account te openen per dag, laten we er maar één toe,” zegt Chabert. “We hebben weinig partners. We selecteren onze partners, we geven hun ons vertrouwen en zij vertegenwoordigen ons merk.” Maar dan moeten zij zich wel aan de eisen van Stanley/Stella houden, zoals een certificering van International Fair Wear en GOTS (Global Organic Textile Standard). Men wil er immers zeker van zijn dat zij wat duurzaamheid betreft mee zijn. “We praten hebben het dan over het gebruik van inkten, over filtering van gebruikt water, over hygiëne… We werken met hen samen. Dat kan omdat het er maar weinig zijn,” aldus Chabert. Het bedrijf beperkt zich wel met die partners tot de b-to-b-markt. Zij commercialiseren en bedrukken de Stanley/Stella-producten en hebben als klanten verenigingen, scholen, bedrijven, you tubers met een eigen groep volgers. “We ontwikkelen ook producten voor retailmarkten en de markt van merchandising. Een voorbeeld. Een deel van de collectie van F1-wereldkampioen Max Verstappen bestaat uit onze producten.” Chabert stelt dat Stanley/Stella een breed palet aan producten heeft, ook omdat er veel verschillenden klantenprofielen zijn. “Onze collectie is polyvalent en we hebben voorraden in Antwerpen, Duitsland en Engeland,” zegt hij. Men kan ook binnen 24 uur leveren. Communicatie Maar als Stanley/Stella een voortrekkersrol wil spelen, kan men dan enkel vertrouwen op de partners om het merk bekend te maken bij grote ondernemingen, instellingen en overheden? Die stellen meer en meer de eis dat de producten duurzaammoeten zijn. Richt men zich met communicatie ook naar die ‘corporate’ markt zodat die aankopers bij distributeurs gaan die Stanley/ Stella vertegenwoordigen? Met ander woorden: doet Stanley/ Stella aan merkopbouw bij de eindklant ook al zal men niet direct aan hem of haar verkopen? Chabert moet toegeven dat men daar nog niet veel werk van gemaakt heeft. Voorlopig hangt men nog het typisch Belgische concept aan van ‘pour vivre heureux, vivons cachés’, wat zoveel betekent als: ‘om gelukkig te leven, moet je je wat wegstoppen…’ - niemand hoeft dat te weten. “We hebben geen communicatieplan uitgewerkt naar ‘corporate’. Onze partners doen de communicatie rond ons merk naar de eindklanten (of dat nu ondernemingen zijn of clubs). Onze partners verkopen niet zomaar een product. Wij verkopen een manier van anders zijn, van geëngageerd zijn voor de mensheid en onze kleine planeet. Maar we gaan meer corporate communicatie doen, dat is zeker.” z 2022 - nummer 7 - promzvak.nl 47
RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5