PROMZ VAK 04-2021
9 posteerbaar of biodegradable zijn, kunnen helemaal niet in de GFT bak. Die ‘vervuilen’ die stroom alleen maar. Weliswaar kan zo’n product in een industriële biocomposteermachine, maar de verwerkingstijd is veel te lang en daardoor niet rendabel. Kortom, die producten belanden gewoon op de brandstapel. Liegt zo’n fabrikant nu door er zo’n logo op te zetten? Zeg jij het maar.” Greenwashing Wellicht is het geen liegen, maar helemaal eerlijk is het wat mij betreft ook niet. Persoonlijk zou ik het dan ook scharen onder de term ‘greenwashing’. En zo is er meer communicatie omtrent pro- ducten, waarbij je je afvraagt of het niet gewoon greenwashing is. Westveer geeft een voorbeeld. “Ik zag laatst bij een supplier een product van ABS, waarbij stond dat het voor een belangrijk deel gemaakt was van gerecycled materiaal. De distributeur en straks de eindgebruiker denkt dat dit dan gemaakt is van zogenaamd post-consumer afval. Dat associëren wij met gerecycled materiaal. Maar dat kan helemaal niet bij dit materiaal vanuit de wetgeving ten aanzien van voedselveiligheid. Wat blijkt? Het is voor een deel gemaakt productie afval van ABS dat tijdens het spuitgieten ont- staat en gewoon tijdens het productieproces hergebruikt wordt. Dat gebeurt al jaren om tijdens het productieproces zo efficiënt mogelijk te zijn. Letterlijk is het dus hergebruik van materiaal, maar om dit nu recycling te noemen…” LCA Het modewoord binnen de duurzaamheidsdiscussie is LCA (life Cycle Analysis). Hierbij onderscheiden een aantal fases. De eer- ste is de tot standkoming van een product, dus waaruit bestaat de grondstof, hoe wordt een product gemaakt, hoeveel energie kost het om te maken, welke handen maken het, hoe vervoer je het naar de markt en ga zo maar door. De tweede fase is de gebruiksfase. Hoe intensief wordt een product gebruikt, heb ik tussentijds enige vorm van energie nodig (bijvoorbeeld een vaatwasser om een fles schoon te maken). De laatste fase is de zogenaamde after-life of post-consumer fase. Wat kunnen we nog met het product als het weggegooid wordt. Bijvoorbeeld recycling, upcycling of hergebruik. Een LCA is volgens Westveer heel belangrijk, maar er zijn best nog wel wat haken en ogen. “We proberen natuurlijk zo duurzaammogelijk te zijn in elke fase, maar dat kan niet altijd. Ik zal een voorbeeld geven. We kun- nen bijvoorbeeld bedenken dat het goed is om dunner plastic te gebruiken voor een bepaalde sausfles. Als echter blijkt dat de THT datum hierdoor halveert, moet je je afvragen of dat wel zo duurzaam is op het moment dat je heel van dat product moet gaan weggooien. Kortom, er zijn verschillende manieren om iets te beoordelen en dat hoeft dus niet altijd slecht te zijn. Hoe langer het gebruiksdeel gebruikt wordt, hoe duurzamer een product en hoe minder belangrijk fase één en drie. Ik zag onlangs een onder- zoek dat voor Levi spijkerbroeken was uitgevoerd. Daaruit bleek dat bijvoorbeeld de 501 spijkerbroek best duurzaam was. Terwijl het maakproces dat helemaal niet is. Maar door langdurig gebruik en ondanks al het wassen blijkt het product in vergelijking met concurrenten duurzaam. Ook omdat de broek heel populair is bij vintage winkels. Het is dus maar hoe je naar iets kijkt. Toch is het goed dat we steeds meer doorrekenen. Maar het is moeilijk om met name dat gebruiksdeel van te voren goed te kunnen onderzoeken, terwijl dat het meeste impact heeft. Dat hangt van functionaliteit, maar ook het design, gebruiksgemak en ga zo maar door. Hoe beter dit laatste voor elkaar is, hoe langer het product gebruikt wordt. Kunststof niet altijd slecht Plastic mag dan de associatie hebben met volgestorte oceanen en afvalbergen, maar laten we niet vergeten dat het ons ook veel gebracht heeft en nog steeds kan het een ‘goed’ materiaal zijn. Het is sterk, licht, het heeft veel toepassingen en het is in veel gevallen goed te recyclen. Daarnaast zijn er heel veel initiatieven op materiaalgebied die heel hoopvol stemmen. Zowel op het gebied van biobased materiaal als op het gebied van gerecycled materiaal. Jammer genoeg kan er in de food verpakkingsindustrie eigenlijk geen gerecycled materiaal worden ingezet vanwege de food safety wetgeving. Maar er gebeurt echt heel veel in deze wereld en die technische ontwikkeling gaat voorlopig nog wel even door. Biobased Plastic wordt gemaakt uit hernieuwbare, biologische mate- rialen, zoals maiszetmeel, suikerriet of plantaardige vetten en oliën. Indien er van de hernieuwbare grondstof HDPE, PP of PET wordt gemaakt, heeft het in principe dezelfde eigenschappen als plastics die gemaakt worden uit aardolie en mag daarom gewoon bij het PMD-afval. + hernieuwbare bron, recyclebaar - gebruik ruimte, water en bestrijdingsmiddelen Biodegradable (biologisch afbreekbare of compos- teerbare plastics) Plastics die afbreken onder invloed van zonlicht, vocht of bacteriën. Ze bevatten soms stoffen die helpen bij de afbreekbaarheid. Ze kunnen zowel van aardolie als van bio- logische materialen worden gemaakt. Omdat deze afbraak vrijwel niet onder natuurlijke omstandigheden plaats- vindt is dit geen oplossing voor zwerfafval of plastic soup. Biodegradeerbaar plastic is alleen zinvol in van die zakjes die in de GFT-bak in de keuken mogen. Deze variant vergaat namelijk wel volledig en op die manier kan plastic helpen om de ingezamelde hoeveelheid composteerbaar afval te verhogen. + soms gemaakt van biologisch materiaal - niet recyclebaar, vervuilt GFT stroom Duurzaam is niet altijd zwart/wit 21 2021 - nummer 4 - promzvak.nl z
RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5