PromZ Vak 02-2014
z 29 2014 - nummer 2 - www.promz.nl dat de concurrentie overstijgt. Hun producten moeten immers aan de EU-regels voldoen vóórdat die via de distributeurs bij de eindklant terecht kunnen komen. En zij zijn ook de partijen die gezamenlijk op korte termijn een substantieel bedrag bij elkaar kunnen opbrengen om de EPPA een vliegende doorstart te geven. Het zou hier dan moeten gaan om individuele lidmaatschappen, omdat alleen op deze manier een substantieel aantal suppliers snel geld in het laatje kunnen laten vloeien. Distributeurs zouden ook op persoonlijke titel lid moeten kunnen worden van de EPPA, maar het is niet reëel om te verwachten dat dit idee op korte termijn wordt omarmd en op korte termijn dus tot financieel resultaat leidt. En voor de EPPA is tijd op dit moment geld. Serieuze bedreigingen Hendriksen beaamt dat de branche onder vuur ligt en met een aantal serieuze bedreigingen te maken heeft, dat de suppliers een groot belang hebben bij de controle over die bedreigingen en dat ze – mede – daarom als EPPA-leden goed kunnen zijn voor de nodige inkomsten. Maar hij kiest een andere marsroute om de financiën bij elkaar te krijgen en wedt op verschillende paarden. Hij verwacht om te beginnen veel van de verkoop van de EPPA CSR-certificaten aan distributeurs. (Dit certificaat geeft aan dat de distributeur zich houdt aan de EPPA Gedragscode inzake MVO). In diverse landen is er belangstelling voor dit certificaat, vertelt hij. Uit de verkoop hoopt de EPPA voor het eerste jaar een extra budget te kunnen genereren van zo’n 30.000 euro, waarmee de EPPA een beetje uit de voeten kan. PV: Is het reëel om voor de broodnodige inkomsten direct al zo zwaar te leunen op de bijdrage van de distributeur, temeer daar de eindklant niet weet waar het certificaat voor staat en welke organisatie er achter zit? Instanties en keurmerken als TÜV, Kema en ISO zijn alom bekend en gerenommeerd. Maar er is geen communicatie rondom het CSR-certificaat. Welke toe- gevoegde waarde heeft het certificaat op dit moment dan voor distributeurs? Kar trekken Begin van dit jaar werd het plan voor de nieuwe structuur voor- gelegd aan het EPPA-bestuur. Het heeft het niet gehaald. Hans Poulis vertrok. Thomas Hendriksen kwam en moet nu de kar gaan trekken. Maar PromZ Vak denkt dat het inmiddels wel 5 voor 12 is. Hoeveel tijd rest nog om te voorkomen dat het imago van de industrie (verder) deuken oploopt en het Europees parlement regels gaat opleggen waar de branche niet op zit te wachten? Waarom voelen de bedrijven in de productensector in Europa zich niet verbonden, terwijl ze dat door de politiek, economie en wetgeving wel zijn? Waarom kijken we niet verder dan ons eigen tuintje. Wat vindt het vak (zie kaders) en wat vindt Thomas Hendriksen van de stelling van PromZ Vak om de EPPA nu zo snel mogelijk in eerste instantie een club van Europese fabrikanten, importeurs en suppliers te maken omdat met name zij belang hebben bij wet- en regelgeving, die de branche goed gezind is. Zij hebben dus ook groot belang bij lobby. Dat is een gezamenlijk belang van suppliers Erik de Beer (Main Sales Europe): In de huidige EPPA heb ik geen vertrouwen ‘ We importeren gedeeltelijk zelf en ook kopen wij in bij suppliers. Die zijn ons dus een stap voor. Europese regelgeving vind ik dus in de eerste plaats een zaak van suppliers. Wat niet wil zeggen dat je als distributeur geen eigen verantwoorde- lijkheid hebt. Integendeel. Wij volgen de ontwikkelingen in de branche in natio- nale en internationale media. Sinds eind vorig jaar zijn we geen PPP-lid meer. Ik vind het niveau te laag. Van PPP zijn zowel grote bedrijven als zzp’ers lid, en die hebben gewoon niet dezelfde belangen. Ik heb al voorgesteld om het lidmaat- schap fors te verhogen, zodat het PPP over meer geld beschikt om kwaliteit te kunnen leveren. Maar op mijn voorstel werd niet ingegaan. Als distributeur zijn wij ook internationaal actief. Dat geldt denk ik voor steeds meer bedrijven. Daarom ligt het voor de hand om de belan- genbehartiging ook internationaal te organiseren. Als er een krachtige Europese branchevereniging zou komen waar je als distributeur lid van kan worden, dan zou ik sterk overwegen om me daarbij aan te sluiten. Dat kan EPPA zijn, maar dan moet die organisatie wel beter worden georganiseerd. In de huidige EPPA heb ik geen vertrouwen. Men speelt niets klaar in Brussel en dat zal wel met een gebrek aan geld te maken hebben. Beter is dan ook een bestuur te hebben met zwaargewichten die niet alleen uit de branche komen. Ik ben niet bang dat Brussel onze branche aan banden wil leggen. Wat er in de farmaceutische industrie is gebeurd, is toch een uitzondering. Je spreekt dan over een sector die sowieso sterk gereguleerd is van- uit Brussel. Daarbij wordt de soep altijd minder heet gegeten dan-ie wordt opgediend. Ik heb onlangs nog een hele grote order van een farmaceutisch bedrijf gekregen. Men verzint zelf wel andere manieren om toch aan promotie te kunnen doen. ’ (advertentie) 8 EPPA, ja of nee?
RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5