Dan doen we het zelf wel: van Made in China naar Made in Europe? 9 (advertentie) Praktische bezwaren Waar na introductie van de Open Deur-politiek aanvankelijk China vooral als productiehuis van de wereld werd gezien, zijn de economieën wereldwijd na China’s toetreding tot Wereldhandelsorganisatie WTO in 2001 pas echt met elkaar verweven geraakt. Dat maakt reshoring ingewikkeld. Het is moeilijk denkbaar dat wij de honderden productcategorieën waarin China een belangrijk herkomstland is allemaal terughalen. Daar zijn enorme investeringen mee gemoeid, die moeten worden terugverdiend. Bovendien, wie moeten (en willen) in die fabrieken werken? Er is in Nederland in zo’n beetje iedere sector een tekort aan arbeidskrachten en in de Europese Unie zijn er maar twee landen met een structureel hoge werkloosheid van boven de tien procent: Spanje en Griekenland. Als we productiewerk al zouden willen terughalen is het maar zeer de vraag of dat praktisch haalbaar is. Dat ligt anders voor categorieën die van zo’n strategisch belang worden geacht, dat regeringen niet (in grote mate) van één land afhankelijk willen zijn – zeker niet als wij dat land als strategische rivaal beschouwen. Denk daarbij aan de meest hoogwaardige computerchips, medicijnen of de kern van onze energie- en telecommunicatie-infrastructuur. Om reshoring (naar eigen land of de Europese Unie), nearshoring (in de geografische nabijheid, bijvoorbeeld Noord-Afrika of Turkije) of friendshoring (bondgenoten, zoals Zuid-Korea, Taiwan) in cruciale sectoren mogelijk te maken zijn overheden bereid bij te dragen in de vorm van kredieten, belastingvoordelen, subsidies en het indirect stimuleren van innovatie, bijvoorbeeld door investeringen in het onderwijs, onderzoek of de aanleg van snel internet. Flexibiliteit creëren Op macroniveau is dat volkomen logisch. Maar op het niveau van individuele bedrijven blijft vervolgens de vraag: hoe maak ik mijn bedrijfsvoering minder kwetsbaar? Om te beginnen moeten bedrijven accepteren dat veel verstoringen van de wereldhandel incidenten lijken, maar in verschillende gedaantes steeds weer terugkeren. Van Bergeijk: “Het geheugen van de mens is veelal beperkt tot de eigen generatie. Mijn opa maakte twee wereldoorlogen, de Grote Depressie en de Spaanse Griep mee. Ik maakte de Koude Oorlog mee, de oliecrises, de financiële crisis van 2008 en de Aids-epidemie. In De Volgende Pandemie betoog ik dat als je nu 25 jaar bent, je nog drie à vier pandemieën zal meemaken. Het zijn kortom geen incidenten, maar factoren die met een zekere regelmaat terugkeren en in de langetermijnstrategie van ondernemingen een plaats moeten hebben.” Ook Ebbers wijst erop dat afhankelijkheid en verstoringen van alle tijden zijn. “Diversifiëren kan altijd, niet alleen naar producenten of herkomstland, maar bijvoorbeeld ook door actief te zijn in verschillende sectoren of door niet te afhankelijk te raken van een of twee grote klanten. Flexibiliteit kun je ook op andere manieren voor jezelf creëren: hoe dichter je bij de klant staat, hoe minder snel je hem verliest. Zorg dat je niet te veel schulden maakt die als een molensteen om je nek hangen als het even wat minder gaat. Maar een zekere mate van afhankelijkheid moet je misschien wel gewoon accepteren.” Fred Sengers is Chinadeskundige en werkte eerder voor Incentive, Adformatie en MarketingTribune. Voor PromZ Magazine schrijft hij een serie over Chinese merken in Nederland in e-commerce, automotive, mobiele telefonie, electronica en retail. Haico Ebbers Peter van Bergeijk z 2022 - nummer 5 - promzvak.nl 79
RkJQdWJsaXNoZXIy NDcxNDY5